Risicocommunicatie en crisiscommunicatie: niet of maar en
Risicocommunicatie en crisiscommunicatie: niet of maar en
Over het algemeen zien we risicocommunicatie als de voorfase van een crisis. Maar, risicocommunicatie en crisiscommunicatie gaan juist hand in hand. Kijk mee aan de hand van de verschillende fases binnen een crisis.
Onder een crisis verstaan we: een situatie waarin een vitaal belang van de samenleving is aangetast of dreigt te worden aangetast. We kennen 25 crisistypes verdeeld in zeven thema’s. Bij de volgende crisistypes zien we dat communicatie over (mogelijke) risico’s belangrijk is en soms belangrijker dan communiceren over de crisis zelf:
-
overstromingen (en droogte)
-
natuurbrand
-
extreme weersomstandigheden
-
dierziekten en ziektegolven
-
verstoring van telecommunicatie en ICT
-
vitale infrastructuur
Normale fase: waarschuwen
In een normale situatie bevinden we ons in een fase waarbij risico’s sluimerend aanwezig zijn. We herkennen de risico’s wel, maar ze zijn er nog niet. In deze fase communiceren we hierover maar niet actief. We gebruiken dan bijvoorbeeld waarschuwings- of signaleringsmiddelen zoals waarschuwingsvlaggen of verkeerslichtmodellen. Hierbij geven de kleuren groen, oranje en rood aan in hoeverre het risico aanwezig is én wat je dan moet doen. Ondersteunend aan communicatie gebruiken we een issue-analyse, waarbij we kijken welke thema’s er onder de bevolking, media en opiniemakers leven.
Risicofase: handelingsperspectieven
Verandert de situatie, het wordt bijvoorbeeld warmer en droger in de natuur, dan is een risico nadrukkelijker aanwezig. Er is dan een kans op natuurbranden of droogte. De communicatie wordt dan nadrukkelijker en richt zich op handelingsperspectieven en het geven van feiten over deze risico’s. Voor communicatie kunnen we een issue-analyse gebruiken, maar in de praktijk wordt er vaker voor een omgevingsanalyse gekozen.
In de communicatie sluiten we al dichter aan bij crisiscommunicatie. Denk aan analyse op vragen die er leven, gedragingen, emoties en meningen. Dit is noodzakelijk voor een goede communicatie en om aan te sluiten op de perceptie en behoefte van inwoners, ondernemers en andere doelgroepen. Een goede doelgroepenanalyse is dan ook onontbeerlijk.
Crisisfase: communicatie gericht op de crisis
Soms gaan risico’s weer voorbij. Zo gaat het natuurbrandrisico over als het lange tijd gaat regenen. En soms komen we in de fase van een crisis. In de risicofase werd er al een omgevingsanalyse gemaakt. Dit proces kan voortgezet worden in de crisis. De omgevingsanalyses worden dan voor de crisisorganisatie gebruikt. Communicatie is dan vooral gericht op de crisis.
Herstelfase: terug naar de normale fase
Na afloop van een crisis, volgt de herstelfase. We gaan (langzaam) terug naar normaal. We communiceren over die herstelfase en alle maatregelen die daarbij komen. Maar dat niet alleen. Als de risico’s dreigend blijven en een nieuwe crisis niet uitgesloten is, blijven we in de risicofase en alert in de communicatie. De analyse is gericht op vragen en emoties maar vooral ook op gedragingen. Deze analyse is als een thermometer, waarbij de gevoelens van de samenleving in kaart worden gebracht.
Als de risico’s niet langer dreigend zijn, gaan we communiceren over de risico’s die weer sluimerend worden. Dit is de fase die uitermate geschikt is voor bewustwording. Over wat er kan gebeuren als risico’s een crisis worden en wat je dan als inwoner kunt doen. Bewustwording in combinatie met preventie. In de analyse kunnen we weer terug van een omgevingsanalyse naar een issue-analyse.
Conclusie
Risicocommunicatie en crisiscommunicatie worden vaak gezien als twee aparte disciplines. Juist het hand in hand laten gaan hiervan kan zorgen voor een goede overgang in fasen. En vooral voor het goed laten aansluiten van de communicatie op de belevingswereld buiten de muren van de crisisorganisatie, gemeenten en hulpdiensten.